Header image Oeganda


Phillip de Graaff
  HOME ::
   
 
Oeganda 1

 
       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oeganda 1

Op zaterdag 23 maart vroeg opgestaan want ik moest om 8 uur op Schiphol zijn. Ik had twee koffers bij me, een voor mezelf en de ander met schoolspullen voor de kinderen daar. Lucia bracht me naar de trein want het was zo verschrikkelijk koud. Ik had thuis al ingecheckt dus ik hoefde alleen de koffers te droppen in de automaat.
Toen ik door de douane ging, had ik de pech een jonkie te treffen. Wat was het geval? Kyara, mijn kleindochter heeft een speelgoedbeer die een eigen (speelgoed)paspoort heeft met een foto van de kop van de beer. De oren staan er goed op, alleen is de achtergrond niet grijs. Ik legde uit aan de douanebeambte dat het leuk zou zijn als hij er een stempel inzette. Nou, dat kon niet want dan werd het een officieel document. Wat een dropveter in het kwadraat.
Eenmaal door de douane heenging ik de gebruikelijke MacFlurry verorberen en toen was het alweer tijd om helemaal naar de D-pier te gaan. Gelukkig was het D3 dus vooraan bij de D. In het vliegtuig had ik twee plaatsen want het was niet vol. Het is best wel lekker als je niemand naast je hebt, vooral als je zo breed bent als ik. Volgens mij was het vliegtuig pas nieuw want het zag er prachtig uit en het lawaai was ook niet zo hard.
We maakten een tussenlanding in Rwanda en half uurtje vliegen verder kwamen we na meer dan 10 uur aan in Entebbe, de internationale luchthaven van Oeganda. Bij de douane moest ik voor $50,- dollar een visum kopen om binnen te komen. Het paspoort werd gecontroleerd, er werd een foot van mij gemaakt en mijn vingerafdrukken werden genomen. Toen kreeg ik na het betalen een stempel in mijn paspoort met handtekening van de beambte. Dat was het visum. Ik zette een allerliefste smile op en pakte het berenpaspoort. En ja hoor, een gratis stempel met handtekening. De beer heeft nu een Oegandees visum.


11

 

12

 

 

Dit is het berenpaspoort

Toen ik naar buiten liep, stond er iemand met een stuk karton met mijn naam erop en hij bracht me naar het hotel in Kampala. Het was nog best een eind weg en toen we bij het hotel waren was de poort dicht en stond er een bewaker bij met een geweer. We werden keurig netjes binnengelaten en ik moest de papieren invullen. Ze vroegen hoe de betaling geregeld was. Ik zei dat deze door de Oegandese school betaald was of zou worden. Nou dat was goed. Later zei ze dat alles al betaald was. Ze hadden dus gehoopt dat ik ook nog even zou betalen. Nou, dat kon niet eens want ik had geen Oegandese schillingen. De kamer was ruim en schoon maar heel oud en niet alles was heel. Maar daar had ik geen last van. Er hing een klamboe dus degene die ik meegenomen had, hoefde ik niet op te hangen. Ik sliep prima maar de airco moest aan blijven want het was erg benauwd. Ik was al verkouden van de airco in het vliegtuig en het werd nog verhevigd door die op mijn kamer een flinke  Dat resulteerde in een nog fiksere verkoudheid met een flinke hoofdpijn wat nog verergerd werd door de rit in het busje met openramen de volgende dag.


13

 

14

Het geweer is overdag blijkbaar niet nodig.

 

Aan de overkant vervoert iemand een baal.

’s Avonds tijdens de rit naar het hotel had ik al gezien dat het er uit zag als in vele andere derde wereld landen. Je kon sommige dingen bijna kopiëren naar Indonesië, Nepal of Sri Lanka. Langs de weg veel winkeltjes en werkplaatsjes en veel trottoirs waren heftig aan reparatie toe. De volgende ochtend werd ik opgehaald door Olivia, een aantrekkelijke jonge Oegandese dame. Ze kwam een uur te laat. Ik zal er aan moeten wennen dat de afgesproken tijden vak niet zullen kloppen. We gingen met mijn bagage naar buiten en mijn twee koffers werden achter op een motorfiets gebonden. Zij stapte achterop de tweede motorfiets en ik op de derde. Het verkeer daar doet maar wat, maar ze reden heel netjes en heel defensief.


15

 

16

Olivia stapt op de voorste motorfiets.

 

Ik ben hekkensluiter.

Het was een leuke rit en onderweg nam ik nog een aantal foto’s. Ze brachten ons naar een soort van busstation waar tientallen taxibusjes op een vrachtje stonden te wachten. Ze moest extra betalen omdat ik zoveel bagage had. Ze mopperde maar kwam er niet onderuit.


17

 

18

 

 

 

Op gegeven moment vertrok ze weer. Ik zei heel beleefd dat ik het jammer vond dat al vertrok want ik had wel wat meer tijd met haar willen doorbrengen. Als ik terugkwam in Kampala zou ze me opzoeken; ik moest haar maar bellen. Ze zou me dan Kampala laten zien. Ik denk niet dat dit gaat lukken want ik ga meteen vanuit mijn standplaats Kagadi (op zijn Frans uitspreken) naar het vliegveld. Wel jammer, ik had wel wat meer van Kampala willen zien.


19

 

110

Olivia wacht geduldig tot ik klaar ben met de foto.

 

Verder een impressie van wat ik achterop de motorfiets zag en fotografeerde.

111

 

112

 

 

 

113

 

114

In zo’n busje heb ik zes uur gezeten.

 

 

115

 

116

 

 

 

Toen het busje eindelijk vertrok reden we het eerste deel over een geasfalteerde tweebaansweg; dat schoot wel op. Ik zat voorin maar in het midden op het kleine stoeltje zat ook een man. Je zit dus aardig opgepropt. Maar aan het asfalt kwam een einde, de weg ging over in een rode lemen weg en op gegeven moment ging het ook nog regenen. De chauffeur scheurde over de weg heen en op gegeven moment slipte hij over de natte aarde en schoof zo richting een motorfiets. De bestuurder daarvan vertrok geen spier en reed rustig door. Gelukkig kreeg hij de bus weer onder controle en we reden verder.


117

 

118

Met z’n vieren, kind voorop. Moet kunnen.

 

Wat een luxe winkel!

119

 

120

Bananen groeien in het wild en op kleine plantages.

 

Ook een manier om de was te drogen.

121

 

122

Hier gaat het nog.

 

En dit was nog niet eens de ergste plek.

123

 

124

Deze vrachtwagen heeft het geweten.

 

Ach ja, je moet het ergens kwijt.

Ik zat daar als lichtend baken in de bus en had ook veel nieuwsgierig bekijks. Zoiets gebeurt blijkbaar niet zo vaak dat er een blanke op die plekken komt. Een van de stops was een eet- en drinkpauze. De eetwarenverkopers kwamen op het busje afgestormd, maar ik hoefde niets. Ik had water bij me en dat was voor mij voldoende. Ik waagde me niet aan eetwaren langs de weg.
We reden door nederzettingen, door lintbebouwing en langs kleine plantages. Maar een heel groot deel reden we ook door de bush. De lemen weg zag er niet uit, vol gaten en sleuven. En hard dat de chauffeur daar reed. Zo’n busje is snel op. Je zag mensen langs de weg lopen fietsen en rijden op motorfietsen. Veel mensen droegen spullen bij zich zoals trossen bananen, bananenbladeren, gras en bossen suikerriet. Ook hadden ze soms hele lange rollen of platen, soms golfplaat, dwars op de fiets of motorfiets liggen en namen de halve weg in beslag. Ook liepen er mensen met brandhout. Dat sjouwen wordt er al heel jong in gebracht want je zag heel jonge kinderen met van alles en nog wat lopen, op de rug, in de armen of balancerend op het hoofd.


125

 

126

De kinderen waren heel nieuwsgierig naar mij.

 

Op zeer jonge leeftijd leren ze al sjouwen. Het is een teken van armoede.

Na een uur of zes kwamen we eindelijk in Kagadi. Wat primitief. Een rommelig geheel van winkels, werkplaatsen, restaurants, e.d. een behoorlijke weg was er niet. Heel veel mensen zaten en stonden al of niet gezellig bij elkaar. Het is wel duidelijk dat er een enorm verschil is tussen arm en rijk.
Bij het instituut aangekomen werd ik hartelijk verwelkomd en naar mijn onderkomen gebracht. Zo’n ronde Afrikaanse hut met een rieten dak. Hij was verder wel van steen en van binnen erg groot. Ik kreeg eten en drinken en vervolgens werd me door Edward, de directeur, het uitgebreide programma voor de komende dagen voorgeschoteld. Ik kan mijn borst nat maken maar eerst ga ik nu slapen.


127

 

128

Dit is mijn huis voor de komende twee weken.

 

Mijn eigen klamboe is gelukkig niet nodig.